Iedereen die aan zijn/haar gezondheid wil werken, loopt tegen bepaalde belemmeringen aan. En deze ideeën kunnen flink in de weg zitten, dat maakt bijvoorbeeld blijvend afvallen ook zo lastig. Je begint vol goede moed, maar als het niet snel genoeg gaat of je toegeeft aan verleidingen zit je jezelf weer op je kop. Je gedachten belemmeren het werken aan je gezondheid. Ik neem je mee in een aantal veelvoorkomende gedachten én geef je tips hoe je ze kunt tackelen.
Waarom belemmeren je gedachten je?
Ons hoofd is continu bezig met het produceren van gedachten. Dat is nu eenmaal de functie van het hoofd. En daar is niks mis mee. Waar het misgaat, is dat wij deze gedachten geloven. Klakkeloos nemen we onze gedachten voor waar aan, en daar ontstaat een probleem. Want een groot deel van onze gedachten is simpelweg niet waar. Het zijn vervormde conclusies, gebaseerd op allerlei filters, regels en aannames.
Onze hersenen werken super efficiënt. Ze verbruiken veel energie en zijn er dus op ingesteld om zo zuinig mogelijk te werken. Van alle binnenkomende prikkels (en dat zijn er héél veel!) merken wij maar een heel klein deel op. De rest wordt door onze hersenen al gefilterd en onbewust verwerkt of weggestopt. Van de prikkels die wél binnenkomen wordt gekeken of er ooit al een vergelijkbare situatie is geweest. En als dat het geval is (wat zeker als je wat ouder bent, aannemelijk is) koppelen je hersenen de huidige prikkel aan de vorige en wordt dezelfde conclusie getrokken. Maar die hoeft in de huidige situatie helemaal niet kloppend te zijn!
Beperkende overtuigingen
Op de manier die hierboven beschreven staat ontstaat ook de zogenoemde ‘beperkende overtuigingen’. Dit zijn ideeën en gedachten die we zijn gaan geloven en waar we naar zijn gaan leven. Deze ontstaan heel vaak al in de kindertijd, omdat we dan nog niet alles goed kunnen plaatsen in de context. Deze overtuigingen vormen voor een deel je leven en wat je over jezelf denkt en gelooft.
Enkele voorbeelden van overtuigingen zijn:
- Pas als ik alles goed doe, krijg ik waardering
- Ik moet eerst iedereen tevreden stellen, dan pas kan ik aan mezelf denken
- Ik mag niet chagrijnig zijn
- Ik ben niet goed genoeg
- Gezond eten is niet gezellig
- Sporten is niks voor mij
En zo zijn er nog veel meer! En deze onbewuste overtuigingen sturen ons gedrag en daarmee ook onze gezondheid. Een aantal gedachten over gezondheid komen veel voor en wil ik graag voor je ontkrachten.
1. Om af te vallen moet ik op blaadjes sla leven
Deze gedachte hoor ik weleens terug van mensen die graag willen afvallen. Nu is het absoluut waar dat het eten van groente helpt om af te vallen, en dat er ontzettend veel gezondheidsvoordelen aan groenten zitten. Maar alleen op sla kan niemand leven.
We hebben bouwstoffen nodig, voedingsstoffen. En de belangrijkste categorieën zijn koolhydraten, eiwitten en vetten. Deze heb je allemaal nodig om goed te kunnen functioneren. Nu wordt er vaak gesproken over koolhydraatarm eten om af te vallen. Daarbij is het belangrijk om een goed beeld te hebben van koolhydraten en wat ze doen. Er bestaan namelijk verschillende koolhydraten.
Veel kant-en-klare en bewerkte producten bevatten snelle koolhydraten (suiker, witte bloem, pasta, rijst, etc). Deze zorgen voor een heel snelle insulinepiek in je bloed en even later voor een groot hongergevoel. Er zijn echter ook complexe koolhydraten, en die hebben een veel langere verwerkingstijd en veel minder effect op je bloedsuikerspiegel. Deze vind je vooral in volkoren producten en groenten.
Daarnaast heb je eiwitten en vetten nodig om alle lichaamsfuncties goed te kunnen ondersteunen. Je hersenen hebben vet nodig. Maar ook daarin is weer een onderscheid te maken, tussen vetten die je wel helpen en vetten die dat niet doen. Goede vetten zijn omega-3 en omega-9. Deze vind je veel in noten en vette vis of in supplementen. De ‘slechte’ vetten krijgen we veel binnen via bewerkte producten.
Je hoeft dus om af te vallen echt niet op blaadjes sla te leven, maar je zult wel bepaalde producten (vaker) moeten laten staan.
2. Sporten is niks voor mij
Nog zo’n gevaarlijke gedachte. Zoveel mensen, zoveel bewegingsvormen. Waar denk je aan bij sporten? De één denkt aan buffelen in de sportschool, de ander aan hardlopen en weer een ander aan voetbal. En misschien is datgene waar je als eerst aan denkt niks voor jou. Maar dat betekent niet dat er geen andere vormen zijn!
Begin laagdrempelig met iets wat je leuk vindt. Maak dagelijks een wandeling, fiets een rondje, zwem, trek skeelers aan of ga een balletje trappen of tennissen.
Bij sporten denk ik vaak aan een sportschool en dat vind ik helemaal niks. Die apparaten die ik niet snap, andere mensen waar ik op ga letten. Maar wandelen in een mooi gebied vind ik wel weer heel fijn. Verbreed je definitie van sporten en zoek iets wat je leuk vind. En als je helemaal niks qua beweging leuk vind, moet je jezelf misschien gewoon een schop onder je kont geven.
3. Gezond eten is saai/ongezellig
Veel mensen denken bij gezond eten aan ‘konijnenvoer’: alleen maar sla en verder niks lekkers. Zolang je dit denkt, zal het lastig zijn om aan je gezondheid te werken. Want dan voelt gezond eten als een straf, omdat je alle ‘lekkere’ dingen moet laten staan. En straf wil natuurlijk niemand!
Om van gezond eten een succes te maken en het langdurig vol te houden, kun je meerdere dingen doen:
- ga op zoek naar gezonde dingen die je wél lekker vindt en eet daar meer van.
- proef eens héél bewust iets ongezonds waarvan je nu gelooft dat het superlekker is. Als je eraan ruikt, het écht op je tong laat liggen en kijkt welke smaken je proeft. Als je het met volle aandacht op eet, is het dan nog steeds echt zo lekker? Grote kans van niet. Zeker bewerkt voedsel is vaak helemaal niet zo lekker.
- wees je ervan bewust dat je bepaald eten associeert met gezelligheid. Dat eten zelf is niet wat het gezellig maakt, het gaat om de beleving. Wát je precies eet, bepaalt namelijk niet hoe gezellig het is.
4. Ik heb al zo m’n best gedaan / hard gewerkt, nu mag het wel
Ken je deze? Dat je bent gaan sporten of een lange dag hebt gehad, en dan vind dat je als traktatie / troost wel wat lekkers mag. Ook dit is een trucje van je brein, dat werken aan je gezondheid belemmert.
Wat helpt in zo’n geval is om je lange termijndoel in beeld te krijgen. Na een lange dag werken heb je behoefte aan ontspanning waarschijnlijk, dan zijn er effectievere manieren om dat te bereiken dan eten. Het sporten heb je juist gedaan met je lange termijndoel voor ogen, dan is het zonde om het effect daarvan teniet te doen door te gaan snoepen of snaaien. En het gaat dan misschien niet om die ene keer dat je dat doet, maar het gaat om het patroon dat hierdoor ontwikkeld wordt.
Dus op het moment dat je vindt dat je nu wel wat lekkers verdient, vraag jezelf dan eens waar je écht behoefte aan hebt.
5. Ik kan best een dagje overslaan
Een geniepige gedachte die vaak opkomt op een drukke dag of een dag waarop je niet zo lekker in je vel zit. “Ik kan best een dagje overslaan, morgen pak ik het wel weer op.” En als je dat écht kunt, is er ook niet direct een probleem. Maar het signaal dat je daarmee eigenlijk afgeeft, is: “als ik me niet zo lekker voel of het druk hebt, dan hoef ik niet aan mijn gezondheid te werken.”
En er zijn natuurlijk meer dagen waarop je het druk hebt of je niet zo lekker voelt. En dan wordt die ene situatie weer opgeroepen. Je brein denkt dan “hee, toen hoefde het ook niet. Dus we doen het nu ook niet.” En daarmee begint een nieuw patroon te ontwikkelen (of val je terug in je oude patroon).
Als iets eenmaal een gewoonte is geworden, kan het echt geen kwaad om een dagje over te slaan. Maar zeker in de eerste fase van werken aan je gezondheid, is dit een gevaarlijke gedachte.
Welke gedachte belemmert jou het meest? Of heb jij geen van bovenstaande, maar juist een andere?