Ga naar de inhoud

Het mooie én het nare van het leven

De natuur toont ons op dit moment zowel het mooie als het nare van het leven. Het valt mij op hoe zeer ik geneigd ben wél het mooie te (willen) ervaren, maar niet het nare. Toch zijn het twee kanten van dezelfde medaille, en werkt het bij ons precies zo.

Het is volop lente!

Te beginnen met de mooie kant: de lente begint! Het is fantastisch weer, de zon laat zich volop zien, de bloesems verschijnen. Er worden weer lammetjes en andere jonge diertjes geboren, de eerste lentebloemen laten zich zien. Ik geniet er volop van. Nu ik (bijna) fulltime thuis zit, ben ik veel buiten. De tuin is al opgeruimd, de ramen zijn weer gezeemd en we hebben sinds kort twee jonge konijntjes.

Op die momenten dat ik buiten zit, vergeet ik even alle Corona-ellende. Ik geniet van het mooie weer en richt me op het fijne en goede. De fantasie van de kindjes, hoe ze weer lekker zonder jas buiten kunnen spelen, wat we allemaal kunnen ontdekken in en om het huis.

De positieve gevoelens die hierbij horen, wil ik graag ervaren. Ze voelen fijn en dragen bij aan een gelukkig gevoel.

Maar er is ook een ellendig virus

Naast die mooie kant toont de natuur momenteel ook een wereldwijd verspreid virus. Veel mensen zijn al overleden, zijn ziek of zijn enorm eenzaam. En die kant wil ik liever negeren.

Ook mijn angsten, verdriet en spanning stop ik liever weg. Ik wil dat het ‘over’ is, dat alles weer normaal wordt.

Het leven bestaat uit tegenstrijdigheden

Tegelijk besef ik ook wel dat dit allebei bij het leven hoort. Het leven bestaat uit tegenstrijdigheden.
Uit mooie én uit nare dingen.
Uit leven en uit dood.
Uit zonneschijn en regen.
Uit blijdschap en uit verdriet.
Uit vertrouwen en uit angst.

Dus ik probeer het er allebei te laten zijn. Te genieten van de mooie dingen, de fijne momenten en de zon. En te accepteren dat ik me ook bang en onzeker voel.

Ik kan het niet overzien

Ik merkte dat ik de behoefte had aan controle (zie ook vorige post) en dat ik het kon ‘snappen’. Maar deze situatie is zó groot(s), dat ik het niet kan overzien. Mijn hoofd vind dat erg lastig en gaat steeds in de ‘oplos-stand’. Want dat is wat het hoofd doet: problemen oplossen. Of althans, proberen op te lossen. Maar dat oplossen leidt tot piekeren in een geval dat er geen oplossing is.

Daarom is dit voor nu een mooie kans om te oefenen met bereidheid en acceptatie. Toelaten dat ik me ongemakkelijk voel, dat ik het niet snap en niet kan overzien. En ook accepteren dat er geen oplossing is. En stiekem hoop ik toch dat het snel weer ‘normaal’ wordt…

Hoe ga jij om met deze situatie?