Al een aantal jaren heb ik te maken met vermoeidheidsklachten. Vanaf het begin van mijn studie – inmiddels al een behoorlijke tijd geleden – herinner ik me dat ik hiermee af en toe bij de huisarts kwam. En nog steeds heb ik er dagelijks mee te maken. Maar nu vraag ik me af: is vermoeidheid het probleem of is het probleem wat ik daarvan vind?
Situatie en interpretatie
Sinds ik met ACT werk, ben ik anders gaan kijken naar mijn vermoeidheid. Ik realiseer me dat vermoeidheid een normaal verschijnsel is. Als je veel hebt gedaan (of erg druk bent in je hoofd, zoals ik) raak je moe. Logisch, het is dan de bedoeling dat je weer uitrust en oplaadt.
Waar het – in mijn geval- misgaat, is de interpretatie van vermoeidheid. Ik vind namelijk dat ik niet moe mag zijn. Daar kwam ik achter. Vermoeidheid heeft voor mij een negatieve lading en dus wil ik dat het er niet is. En door tegen m’n vermoeidheid aan te schoppen te vechten, word ik…. juist, moe.
Het is een vicieuze cirkel, die voornamelijk in stand gehouden wordt door mijn ideeën en gedachten over vermoeidheid.
Het moet weg!
Ik heb de afgelopen jaren allerlei dingen geprobeerd om van m’n vermoeidheid af te komen, het moest immers weg. Dus bezocht ik allerlei coaches, probeerde (vitamine)pillen, creëerde een ‘miracle morning’ routine en las ik allerlei boeken die te maken hebben met ‘meer energie’ krijgen en fitter worden.
Maar wat ik niet (écht) probeerde, was accepteren dat het er simpel weg is. Ervaren dat het ongemakkelijk is, als ik me voel zoals ik me voel. Luisteren naar wat die vermoeidheid me wil vertellen. En nog steeds vind ik het lastig die bereidheid te tonen. Maar ik realiseer me wel dat hier de rust te vinden is die ik graag wil.
Ik besefte door ACT ook dat ik mezelf steeds onbewust vertel dat ik niet goed (genoeg) ben zolang ik moe ben. Of, om er met iets meer afstand naar te kijken, me moe voel. En dat ik steeds zoek naar een oplossing, een gouden idee. Buiten mezelf, dat dan wel. Maar daar ligt de oplossing niet. Misschien is er zelfs geen oplossing, en is het gewoon zoals het is.
Mag het er zijn?
De sleutel ligt in het loslaten van het gevecht tegen mijn vermoeidheid (en daarmee tegen mezelf). Ik merk, als ik ‘objectief’ kijk dat ik energie genoeg heb om de dingen te doen die ik belangrijk vind. En dat ik vooral erg moe word van de strijd in m’n hoofd.
Elke dag is een mogelijke oefening in bereidheid, in afstand nemen van mijn gedachten en oordelen over mezelf.
Wat mag er in jouw leven niet zijn van jou?